Anne-Maries Bloemlezing[index] |
Kindergedachten
Het regent - o, wat regent het!
Ik hoor het uit mijn warmen bed,
Ik hoor den regen zingen, -
Het regent, regent dat het giet -
Dat niemand daar nou iets van ziet,
Van al die donkere dingen!Het ruist en regent en het spat -
Nou worden alle bomen nat
En plast het in de sloten, -
Het regent óver- óveral - !
O hé! - daar loopt het zeker al
Bij straaltjes uit de goten!Wat is dat gek en leuk geluid!
Wat is het lekker om dat uit
Je donker bed te horen: -
't Is of de regen samen praat,
Of dat een kerel buiten staat
Te fluistren aan je oren.Nou druipt het in dat open gras -
Nou zal er wel een grote plas
Op alle wegen komen, -
Nou lopen nergens mensen meer -
Verbeel je eens in zo een weer - !
Daar wou ik wel van dromen.En vroeg, morge' in den zonneschijn,
Als dan de blaadjes zilver zijn,
Met droppeltjes bepereld -
Dan doe ik toch mijn eigen zin: -
Dan loop ik héél - en héél ver in
Die schoongeworden wereld!
C.S. Adama van Scheltema