De bank. Dat is _echt_ het territorium van de kleine prins. Daar zit-ie, daar eet-ie, daar slaapt-ie, en met een beetje mazzel ontdoet hij zich daar ook van teveel opgelikt haar. Soms, als zijn grote grijze oom zich boven verschanst heeft, ligt hij gestrekt en in volle overgave boven de kachel, om lui één oog open te doen als hij me hoort. Een enkele keer tref ik hem in de vensterbank of op de boekenkast, waarvandaan hij me dan luid miauwend begroet, en bijna onmiddellijk op me af komt hollen in de hoop dat ik aai of brok voor 'm heb.
Maar toen ik vanmiddag naar beneden liep om een boterham te smeren, toen was hij weg. Nergens te bekennen. Niet op de bak, niet in de gang, niet betrapt miauwend op de koelkast, niet beneden bij de voordeur - nergens. Geen reactie op mijn roepen. De oude koning wist ook van niets, maar hij wilde best even met me meelopen om te helpen zoeken. Struikelend liep ik naar de keuken - en verdomd. Daar zat-ie.
Blijkbaar was hij door het kattenluik geklommen, het balkon op, en vandaar naar het dak van de benedenburen. Een verwilderde blik in zijn ogen, en een gekwelde miauw omdat hij effe helemaal kwijt was wat nou zijn huis was. Ik hield het kattenluik voor hem open en riep hem, en roets, daar was hij al. Luid roepend over al zijn heldendaden, en vol met spinnenwebben die hij zelf verzameld had van onder het balkon. En dat bakje met dat stomme blikvoer waar hij vanochtend zijn neus over opgehaald had, ha! dat kreeg hij ook wel op!
Hij zag er minstens twee centimeter breder uit.
ace
-- =^^= ( )~ ______________________________________ (c) ace <ace@xs4all.nl>