sprookje, dan maar

Hiram


From: Hiram <rh@knoware.nl>
Date: Tue, 3 Mar 1998 03:49:40 +0100
Message-ID: <1d5aqm5.6lbq6l19aqit4N@dynaisdn-54.knoware.nl>
Subject: sprookje, dan maar
Newsgroups: nl.eeuwig.september
Organization: n., (esp.) the process of being reduced to one's vital organs, either suddenly or over time

Sprookje, dan maar

Er was eens, nog niet zo lang geleden en niet ver hier vandaan, een
meisje dat Ojtrilipiraparabimba heette. Dat was een erg lange naam, vond
men, en iedereen die haar kende noemde haar gewoon maar: Meisje. Alleen
haar vader en haar tante Zi noemden haar bij haar volledige naam,
waarbij ze elke lettergreep met grote nadruk uitspraken, zodat het leek
of ze tot tien telden in een vreemde taal. Ze was een erg mooi meisje en
ze had dus vele vrijers, dat wil zeggen: er waren veel nette jongemannen
die om haar hand vroegen. Maar haar vader, een rijke handelaar in
perzische tapijten en waterpijpen, moest van al die vrijers weinig
hebben. Hij riep: "Allemaal dommerikken zijn het! En lelijk bovendien!
Niks ervan!"

Meisje was niet alleen mooi, ze was ook nog een slim meisje, dat goed
leerde op school. Bovendien kon ze dansen en harp spelen en had ze een
prachtige stem. Maar gelukkig was ze niet. Ze snapte, met haar dertien
jaren, weliswaar nog niet goed wat die vrijers nu precies van haar
moesten, maar het speet haar toch soms wel dat haar vader haar verbood
met hen te praten. Dagenlang zaten ze op de stoep, die vrijers, zonder
iets te eten of te drinken, in de hoop een glimp van haar op te vangen.
Maar Meisje mocht alleen naar buiten in gezelschap van haar tante Zi, en
dan niet te voet maar in het rijtuig, met de gordijntjes dicht. Zo ging
ze naar de meisjesschool, en naar de kerk, en naar de tandarts. Nooit
zette ze een stap op straat.

Zo leefde ons Meisje jarenlang in het grote huis van haar vader. 

Op een dag in het voorjaar werd er een brief voor haar bezorgd, een heel
grote envelop was het, gesloten met een lakzegel, en er stond op: "Voor
Meisje, of Ojtrilipiraparabimba, op de Poetsweg, nummer 4, te Emelen",
in een zwierig handschrift. Ze wist niet goed waarom, maar zodra Meisje
die brief op de mat zag liggen kreeg ze een rood hoofd van opwinding en
begon haar hart drie keer sneller te kloppen. Wat zou er instaan? Ze
rende ermee naar haar kamertje, boven op zolder, en maakte de envelop
voorzichtig open. 

[..]


Hiram

-- 
Eppur si muove.

deel 1 * deel 2 * deel 3 * deel 4 * deel 5 * deel 6 * deel 7 * deel 8 * deel 9 * deel 10 * deel 11 * deel 12 * deel 13 * deel 14 * deel 15 * deel 16