Re: sprookje, dan maar

Hiram


From: Hiram <rh@knoware.nl>
Date: Tue, 3 Mar 1998 20:51:44 +0100
Message-ID: <1d5c0in.1v899n0h4dvezN@dynaisdn-191.knoware.nl>
Subject: Re: sprookje, dan maar
Newsgroups: nl.eeuwig.september
Organization: n., (esp.) the process of being reduced to one's vital organs, either suddenly or over time

3

[ Ojtrilipiraparabimba dopt bonen in de keuken en een kraai gaat er met
de Envelop vandoor: ]
> .. en vloog er mee weg tot ver achter de
> horizon.

Het eten was, zoals gewoonlijk, een verschrikking waaraan geen eind leek
te zullen komen. Ojtrilipiraparabimba's vader hield een lang en
onduidelijk betoog over belastingen, terwijl tante Zi overdreven veel
lawaai maakte met haar bestek en kleine muizige hapjes nam, waar ze
minutenlang op kauwde. Ons Meisje dacht aan niets anders dan aan de
envelop en keek steeds uit het raam om te zien of het niet ging regenen.
Ze stelde zich voor hoe het sierlijke handschrift zou uitlopen, hoe het
lakzegel zou smelten, en ze was bang dat de brief niet meer leesbaar zou
zijn tegen de tijd dat ze eindelijk naar haar kamertje mocht. En dan
weer zag ze voor zich hoe de envelop huizenhoog zou worden meegenomen
door de wind, en zou belanden in de tuin van een vrekkige oude man, die
vele honderden dukaten vindersloon zou vragen. Ze huiverde en klemde
haar knieën tegen elkaar. Het eten smaakte haar slecht.

Na het eten moest Meisje, zoals altijd, aan de salontafel haar latijn
oefenen. Bladzij na bladzij dansten de onregelmatige werkwoorden voor
haar ogen. Elke tien minuten vroeg haar vader met welk werkwoord ze nu
bezig was, en dan moest ze het vervoegen, met haar ogen dicht. Telkens
maakte ze de domste fouten, en haar vader sloeg zijn boek dicht en
verklaarde dat zij opgroeide voor galg en rad. En tante Zi lachte
vreugdeloos, dat had ze immers altijd al gezegd.

Tenslotte sloeg de klok tien, heel langzaam, en tante Zi keek op van
haar breikwerk en sprak het verlossende woord: "Naar bed jij!". Meisje
sprong overeind, kuste haar vader en haar tante goedenacht, rende naar
de zolder en trok het raam open. Ze verbleekte. Weg! De brief was
verdwenen! Ze schreide hete tranen.

En de kraai? Die vloog recht naar huis, naar het kasteel van de Zwarte
Magister, waar hij nederig de envelop aan de voeten van zijn meester
legde. Deze keek op van zijn berekeningen en grijnsde. "Laat ons eens
kijken," zei hij, terwijl zijn knokige vingers de envelop verder
opgescheurden. Op hetzelfde moment voelde ons Meisje, dat huilend in
haar bed lag, een pijnsteek in haar buik, en zij huilde nog harder.

Maar niemand zag de kleine gouden ring die uit de envelop rolde en onder
de stoel van de Magister bleef liggen. 

[..]


Hiram

-- 
Eppur si muove.

deel 1 * deel 2 * deel 3 * deel 4 * deel 5 * deel 6 * deel 7 * deel 8 * deel 9 * deel 10 * deel 11 * deel 12 * deel 13 * deel 14 * deel 15 * deel 16